Kruipend op handen en knieƫn
over de glasscherven van gebroken geluk.
Worstelend door prikkeldraad,
proberend de boobytraps te vermijden,
zie ik alleen het vuil wat door
andermans schoenen is verlaten.
Het eerste boterbloempje
steekt haar kopje op.
Ik ga ernaast liggen, hopend dat
volhardendheid besmettelijk is.